This work is licensed under
a Creative Commons
Attribution-Non-commercial-Share Alike 3.0 Licence.
FREE E-COURSE FOR DIPLOMA IN
INTEGRATED DEVELOPMENT |
|||||
Downloads
(updated 03 October 2011) |
Schoener 50, 1771 ED Wieringerwerf
KvK Noord Holland Noord
37091984
Editie 04
: 24 maart, 2013.
Editie 14 :21 juni,
2014.
VOORSTEL VOOR DE TRANSITION
TOWN HOLLANDS KROON.
BESCHIKBARE ILLUSTRATIEVE INFORMATIE.
Powerpoint Presentatie van het Plan voor
een Transition Town in Hollands Kroon en de Wieringermeer.
Illustratie van een Transition
Town kern : Voorbeeld de Wieringermeer.
Transition Town, Wieringermeer,
bestuursstructuur.
Beknopte
geïllustreerde LETScursus.
LETS Kring Wier : verticale
structuren.
LETS Kring Wier
: de verantwoordelijkheden en de verdeling van de taken.
Volledige informatie over the
LETS Kring Wier.
00.
INHOUD.
00. Inhoud.
01. Waar willen wij heen?
02. Wat is een transition town ?
03. Wat hebben wij nodig?
04. Welke soorten cellen gebruiken wij?
05. Hoe doen wij het?
06. Rent- en kostenvrije microkredieten.
07. Relaties met gemeente en instanties.
08. Wat zijn de risico’s ?
09. De bestuursstructuur.
10. Het LETS systeem (Letskring
Wier)
11. Sommige voordelen voor leden.
12. Kosten.
01.
WAAR WILLEN WIJ HEEN ?
Een autonome Transition town creëren om :
- ons ecologisch voetdruk te verkleinen en
- de kwaliteit van leven van onze inwoners te
verbeteren door
- een
algemene mobilisatie van de inwoners teweeg te brengen, dit
- in samenwerking op coöperatief (dus niet
competitief) basis met andere LETS groepen en transition
towns, ( Transactiesaldo tussen groepen = 0).
“An ecologically
viable future will rely on many kinds of work that are typically undervalued, or not considered work at all— caring for
people and ecosystems; building communities; learning and educating. ….
done right, a re-evaluation of work from an ecological perspective could
elevate the unpaid work of making a social, liveable world.” (A.Battistini, Alive in the Sunshine, Jacobin Magazine,
02. WAT IS EEN TRANSITIE TOWN ?
Localisatie betekent
de locale vervaardiging en van zo veel mogelijk producten en diensten, en hun
gebruik zo dicht mogelijk bij hun plaats van vervaardiging. Kleinschaligheid is essentieel voor een
gezond gemeenschap waar producenten en consumenten van goederen en diensten
elkaar kennen en in staat zijn om hun gebruik goed te coördineren.
Wij
citeren de homepage van de website www.transitiontowns.nl als volgt :
Een Transition Town is een initiatief van burgers in steden,
dorpen of buurten, die aan de slag zijn om hun manier van wonen, werken en
leven minder olie-afhankelijk, meer duurzaam en meer
sociaal te maken. Piekolie, klimaatverandering en de hiermee samenhangende
economische crises, zijn de belangrijkste drijfveren om in actie te komen.
Transition Towns willen golven van kleinschalige, sociale en betaalbare oplossingen veroorzaken, en zo de omschakeling naar een volledig duurzame wereld versnellen. Onafhankelijke burgerinitiatieven kunnen de impasse rond duurzaamheid in politiek en economie doorbreken. En geven mensen de kans om bij te dragen en deel te worden aan de omslag naar een mooie, gezonde en gelukkige wereld.
Transition Towns willen inspireren tot een cultuuromslag waarin de mens, biodiversiteit en veerkracht centraal staan. Zodat we sterk, gezond en vreedzaam kunnen reageren op tijden van crisis in energie, klimaat en economie. Het is ons streven om de overgang naar een wereld met minder energie, minder spullen en minder geld, zowel haalbaar, als aantrekkelijk, als op tijd uit te voeren.
Transition Towns ontwikkelen daarom de (veer)kracht van de lokale gemeenschappen.
Transition
Towns “are a response to the relentless exploitation of natural resources
– an alternative offering smaller, local scale communities that are less
reliant on long supply chains and fossil fuels. Transition town initiatives
vary, but in general they are intended to counteract the idea that growth
should not continue to be the sole goal of economic choices. Supporting local and community-shared
production and clean energy strengthens community relationships and stimulate
well-being, social justice and resilience.” (Harmony with Nature, Draft report of the
Secretary-General of the United Nations to the 68th session of the
United Nations General Assembly, Item 19 of the preliminary agenda, item (h),
New York, 26 July 2013.)
“[Transition Towns] are citizen-driven processes
for transforming the local community into a more sustainable one. Local
transition initiatives raise awareness,
connect with existing groups including local
government and hold focused events to examine the sustainability of their
community. Groups initiate and implement practical projects, such as community
supported agriculture, shared transport, local currencies, tool libraries,
energy saving clubs, urban orchards and re-skilling classes. More experienced groups
organise community-wide visioning processes and begin creating formal Energy
Descent Plans and start local energy companies, social enterprises and
cooperative food businesses.” (Mont O. met anderen,
Improving Nordic policymaking by dispelling myths on sustainable
consumption, Nordic Council of
Ministers,
03. WAT HEBBEN WIJ NODIG ?
Vijf nodige elementen (uit www.platform31.nl) :
Animo - motivatie om initiatieven gestalte te geven.
Contact - met buurtgenoten, organisaties en
instanties in de buurt.
Empathie - gangmakers die zich in de bewoners
verplaatsen en die gaan adequaat op initiatieven in.
Inbedding – bij gemeenschap, gemeente en
gemeenteraad; samenwerking met plaatselijke middenstand; jonge mensen in het
bijzonder vrouwen betrekken; instanties bereid om collaboratie te
verlenen.
Toerusting - middelen, tijd, vaardigheid.
04.
DE VIER CELTYPEN WAARIN ACTIVITEITEN PLAATS KUNNEN VINDEN:
In deze sectie beschrijven wij de vier celtypen nodig
om de Transition Town Hollands Kroon te realiseren.
Celtype 1 : Deelwijken.
Celtype 2 : Clubleven en schoolklassen.
Celtype 3 : Scholen.
Celtype 4 : Bedrijven.
Celtype 1 : Deelwijken
Deelwijken met +/- 100 woningen en +/- 250 inwoners. [ Sociologische basisgroepen volgens R. Dunbar, Grooming, gossip, and the
evolution of language, Faber
and Faber, Londen, 1996.]
Elke deelwijk heeft een kleine, jonge, dynamieke stuurgroep met 3-5 gangmakers, liefst met een
meerderheid van vrouwen.
Alle soorten cellen coöpereren met elkaar.
Hier is een voorbeeld voor de Wieringermeer
:
Illustratie van een Transition
Town kern : Voorbeeld de Wieringermeer.
Men hoeft niet per se te profiteren van zijn
“kapitaal.” Wij kunnen onze dingen met anderen delen, ook buiten
het in sectie 10 beschreven LETS systeem.
Denk bijvoorbeeld aan :
Gratis recycling in groepen of per straat, eventueel
met periodieke “really really
free” markten.
Gratis weggeefwinkel.
Wisselbibliotheken.
Doorvoer- en ruilgroepen voor gereedschap,
kunstwerken, kleding en dergelijke.
“Freeskilling” groepen– het doorgeven aan
anderen in groepsverband van specifieke vaardigheden zoals fietsonderhoud, loodgieterij, het zoeken naar wild voedsel, het
breien, software ontwikkelen]
Gratis
omhelzingen.
Sommige mogelijke activiteiten voor celtype 1.
Aanhangwagens lenen.
Auto’s delen en/of groene autodienst.
Autovervoer.
Barbecues, zomers.
Bijles voor kinderen.
Bomen (vruchten, noten) en struiken (bessen) planten.
Boodschappen voor ouderen, gehandicapten doen.
Caravan lenen.
Computer problemen oplossen.
Data invoer lokaalgeld systeem.
Debatten leiden.
Dieren uitlaten, schoonmaken.
Feesten organiseren.
Fietsbanden plakken.
Fietsen repareren.
Gebak maken.
Gereedschappen en schuurtjes.
Giften
werktijd (LETS punten).
Goten schoonmaken.
Groen - gemeentelijk, onderhouden.
Groene afval verzamelen en composteren (vrijstelling
alle of deel van de lokale belastingen).
Groepinkoop goederen en diensten.
Handkar en kruiwagens lenen, zo nodig
aanschaffen.
Hondenpoep opruimen.
Honden uitlaten, ook in geval van ziekte van de
eigenaar.
Huishoudelijk werk.
Kinderclub.
Kinderen oppas, naar school brengen, halen.
Kinderen, feesten, schminken,
bodypainting, groepexcursies.
Kippenhok (zelf gemaakt uit strobalen =) maximaal
één kip per familie (95). De kippen eten voedselresten.
Kleren reparatie, naaien.
Klerenruil, verkoop, aankoop.
Kook- serveer diensten (in geval van ziekte, feesten
etc.)
Kopieën maken, scannen, projectoren,
beeldschermen.
Ladders verhuren.
LETSbussen maken en installeren.
LETSbussen lichten.
Lokaal marktkramen beheren.
Ouderen begeleiden.
Picknicks voor kinderen.
Plantkwekerijen.
Ramen zemen.
Redactie documenten, help met belastingen.
Reparatieatelier.
Ruilevenementen; contacten met kringloop.
Ruimtes (sommige openbaar) voor groenten, bessen, vruchtbomen,
vlinderstruiken etc. open maken en gebruiken.
Ruimte bijeenkomsten.
Schoenen poetsen.
Schuurtjes verhuren.
Sociale
steunsysteem ten bate van diegenen die helemaal niets kunnen presteren.
Solar gardens. (Coopératief achat collectieve
PV installaties.)
Steun voor lokale ondernemers.
Strijken.
Talen.
Tuinen (ongebruikte particuliere) voor groenten,
bessen, vruchtbomen, vlinderstruiken etc. open maken en gebruiken.
Tuinen individuele onderhouden.
Urine dagelijks ophalen en voor de tuinen gebruiken.
Urine : eigen urine verzamelen. (De urine wordt
betaald !)
Verhuizing : hulp.
Verven, behangen.
Voorlezen (groepen) ouderen, kinderen.
Vormgeving interieurs.
Wasdoen.
Wijken
oppimpen.
Zorg (niet gespecialiseerd).
Zwerfvuil opruimen.
Alle andere door de inwoners gevraagde activiteiten !
Celtype 2 : Clubleven
Elke accepterende club (en daarmee al hun leden)
neemt deel aan het lokaal geldsysteem. Leden en club kunnen ook vrij
gebruik maken van het lokaal geldsysteem in het algemeen.
De daaraan gebonden lokaalgeld kosten voor de
club worden tussen alle clubleden verdeeld. De individuele leden
kunnen hun kosten terugverdienen binnen het geldsysteem als geheel.
Schoolklassen worden als clubs celtype 2 beschouwd.
Voorbeeld voor vrijwilligers en diensten binnen
een voetbalclub :
Beheer kantine.
Inkopen.
Onderhoud en schoonmaken kantine en
doucheruimtes.
Onderhoud gebouwen (waar nodig met toestemming en
tegemoetkomen van de gemeente).
Onderhoud terrein.
Scheidsrechters.
Trainingsactiviteiten.
Vervoer.
Voorbereidingen training sessies en wedstrijden.
Wassen/strijken sportkleren.
Alle andere gevraagde activiteiten !
Celtype 3 : Scholen
Een groep voor elke school, eventueel ook voor elke
klasse. In dat geval worden alle ouders deelnemers aan het lokaal geldsysteem.
Transactiekosten van de school (resp. klasse) worden
tussen de ouders verdeeld. Individuele leden kunnen hun kosten
terugverdienen binnen het lokaal geldsysteem als geheel.
Individuele schoolklassen worden als clubs celtype 2
beschouwd.
Celtype 4 : Bedrijven
Bedrijven als zodanig kunnen aan het lokaal
geldsysteem deelnemen. Hiervoor moeten overeenkomsten met de belastingdienst
gemaakt worden, want onder het huidige financieel systeem worden hun
professionele activiteiten belast.
Groepsactiviteiten tussen werknemers kunnen
georganiseerd worden op de zelfde manier als die van clubs en scholen.
05.
HOE DOEN WIJ HET ?
01. Systemen geleidelijk cel naar cel stap voor
stap opbouwen, beginnend met een paar deelwijken en/of een paar clubs enkele
activiteiten in maar één deelkern.
02. Cellen kunnen wijken, clubs, bedrijven, of scholen zijn.
03. Het lokale geldsysteem opstarten. Ook voor
kinderen van 13 jaar en ouder, met toestemming van hun ouders.
04. Een paar (enkele) jonge gangmakers
(meerderheid vrouwen) vinden om in elk wijkdeel ( +/- 100 huizen, 250 mensen)
of andere cel geïntegreerde activiteiten te organiseren waar alle
inwoners, leden van het geldsysteem, deel aan kunnen nemen. Deelnemen
is nooit verplicht, maar moet zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt worden. Men hoeft in principe geen gebruik te
maken van de structuur.
05. Medewerking van de gemeente zoeken (vrijstelling
groene kliko's; ter beschikking stellen van sommige
openbare plekken; een waterbron; eventueel een of meer ruimtes voor activiteiten.
06. De bevolking van
07. Overeenkomsten zoeken met sport- en andere
clubs om de problemen die zij hebben om vrijwilligers te vinden op te
lossen. Er zijn +/- 180 sportclubs in Hollands Kroon (waaronder
40+ in de Wieringermeer) plus alle andere associaties
en stichtingen. Hun leden kunnen allemaal afzonderlijk gegroepeerd worden.
08. Leden van alle 22 kernen (
09. Alle transacties worden binnen het lokaal geldsysteem afgewerkt.
10. Kernen, wijken, clubs, ondernemingen etc. vormen
onafhankelijke cellen binnen het lokaal geldsysteem.
11. De onafhankelijke cellen kunnen in allerlei
combinaties samenwerken.
12. Leden van een organisatie die
binnen specifieke kernen wonen kunnen ook apart gegroepeerd worden.
13. Sociale steun wordt in elke cel (misschien kern
etc.) ingebouwd.
14. Geleidelijk opbouw, beginnend met een paar
deelwijken en/of een paar clubs.
15. Verzekeringspolis nodig - indien mogelijk. Dekking
onder de bestaande gemeentepolis voor vrijwilligers.
17. Actieve gangmakers kwalificeren zich automatisch
om werkzaamheden voor andere (nieuwe) cellen te organiseren. (Zelfopbouwend
concept).
06.
RENTE- EN KOSTENVRIJE MICROKREDIETEN VOOR PRODUCTIEVE DOELEINDEN.
Microkredienten kunnen op deelwijk- en/of deelkern- en/of kern, en/of op algemeen systeemniveau
opgestart worden.
Bv. deelwijk Schoener/Sloep. 200 deelnemers
(volwassenen).
Voorbeeld van inzet : Euro 5 per persoon per maand.
Eerste maand - beschikbaar Euro 1000. Dit wordt steeds met de maand
groter. Het systeem bevat een volledig aflossingsgarantiestelsel.
De terugbetalingstermijnen worden in principe door de leners zelf bepaald.
De administratiekosten worden binnen het lokaal
geldsysteem verwerkt.
Men kan ook inkoopcoöperatieven opstarten.
Bijvoorbeeld voor energievoorzieningen.
Het formeel geld (Euro’s) geïnvesteerd
blijft altijd binnen het systeem rouleren. Geldlekkage uit het systeemgebied
wordt dus geblokkeerd.
07.
RELATIES MET DE GEMEENTE, EVENTUEEL MET ANDERE INSTANTIES.
De
gemeente kan zelf lid van het LETSsysteem worden.
Groepen
of individuen kunnen taken voor de gemeente uitvoeren tegen betaling in Wiertjes. Om Wiertjes te innen
zou de Gemeente een aantal diensten in Wiertjes laten
betalen. Anders kunnen de kosten verdeeld worden tussen de leden van het
systeem of tussen leden van wijken, clubs, etc.
Voorbeelden
: zwerfvuil opruimen; dierentuinen beheren; hulp met onderhoud van groen
verlenen; ongebruikte ruimtes beheren.
08.
WAT ZIJN DE RISICO´S ?
Sommige risico's :
Onvoldoende openheid betreffend ruimte geven aan de
deelnemers.
Onvoldoende delegeren van verantwoordelijkheid aan de
deelnemers.
Uitsluiting (bewust of onbewust)
van bestaande groepen en belangen.
Onvoldoende steun van deelnemers; onvoldoende vraag om
steun door initiatiefnemers.
Dominante verhouding van enkele initiatiefnemers,
in het bijzonder experts.
Onvoldoende tijd voor evaluatie.
Te veel vergaderen, (te) weinig actie.
Onvoldoende plezier tijdens vergaderingen.
Acties
die moeten altijd "leuk" zijn.
09. DE BESTUURSSTRUCTUUR.
Transition Town, Wieringermeer,
bestuursstructuur.
10. HET LETS SYSTEEM.
Een Powerpoint presentatie is beschikbaar. Zie
: Beknopte
geïllustreerde LETScursus LETSkring
Wier.
Deelnemen
is in principe inclusief alle inwoners, hoewel die hoeven het systeem niet te
gebruiken.
Participatie
vanaf 13 jaar, kinderen tot 18 jaar met toestemming van hun ouders.
Transacties
kunnen plaatsvinden tussen individuen, individuen en cellen, kernen, gemeente
en instanties; en cellen, kernen, gemeente en instanties tussen elkaar.
Transacties
tussen LETS systemen en met andere Transition Towns en lokaal geldsystemen zijn ook mogelijk.
Individuele
leden beginnen met 500 Wiertjes, of 50 uur tegen een
gemiddelde loon van 10 Wiertjes per uur.
Het
aantal Wiertjes in roulatie blijft dus altijd
constant en verandert alleen in geval van het toenemen of het afnemen van het
aantal inwoners (leden).
Niet-individuele
leden krijgen geen Wiertjes toegedeeld, want zij
verrichten zelf geen werk. Hun kredieten en schulden worden tussen hun leden
verrekend.
Deze
verrekening vindt maandelijks plaats, in principe op basis van een jaarplan
ingediend door de niet-individuele leden.
De
LETS systeem administratie is altijd vrij om deze verrekeningen van bepaalde
niet-individuele leden vaker of minder vaak te verrichten.
LETS Kring Wier : verticale
structuren.
LETS Kring Wier
: de verantwoordelijkheden en de verdeling van de taken.
Beknopte
geïllustreerde LETScursus.
11. VOORDELEN VOOR LEDEN.
Sommige
voordelen zijn :
Activiteiten
ontplooien die men leuk vindt.
Afvalkosten,
met het akkoord van de gemeente, halveren (men verdient +/- € 200 per
familie per jaar.)
Gebruik
maken van de diensten van andere leden.
Gebruik
maken van allerlei diensten zonder formeel geld (Euro’s) nodig te hebben.
Groente
en fruit binnen het lokaal geld systeem kopen, met besparing van tot € 20
op gezinsuitgaven per week (€
1000 per jaar) per gezin..
Inkoopgroepen,
gebruik van maken.
Kwaliteit
van leven, in het bijzonder van personen met een minima, zieken en
gehandicapten bevorderen.
Ongebruikte
ruimtes worden in gebruik genomen, in sommige gevallen tegen betaling (in
lokaal geld) van huur.
Openbare
ruimtes worden in gebruik genomen, met toestemming van de gemeente, voor
productieve en sociale doeleinden, in sommige gevallen met betaling (in lokaal geld) van huur.
Rentevrije
en kostenvrije coöperatieve leningen voor productieve doeleinden worden
beschikbaar gemaakt.
Sociale
contacten bevorderen.
Sociale vangnetten ter
beschikking van de leden stellen.
Urine
wordt verzameld tegen een klein tegoed (in lokaal geld).
Vrijwilligers
worden voor hun werkzaamheden goed betaald.
Werkelozen
kunnen hun tijd op nuttige wijze goed ontplooien.
12. WAT ZIJN DE KOSTEN ?
De
systeem startup- en beheerskosten in formeel geld
zijn minimaal.
Een
eenvoudige database programma (offline) draaien. Idem het coöperatieve
microkrediet systeem.
Computers
kunnen tweedehands zijn, of huren wij het gebruik van computers van leden.
Één
online computer voor het beheer van contacten met leden en derden.
Een
internet abonnement met websiteacces. Om te beginnen kan men gebruik maken van
de www.integrateddevelopment.org website.
Kantoor
artikelen : één of meer guillotines voor papier,
één of meer stevige nietapparaten, één of meer
printers om transactiebonnen te maken.
Papier
voor transactiebonnen en documenten.
Toner
voor printers.
Nieten
voor boekjes transactiebonnen.
Perforatieapparaat
voor boekjes transactiebonnen.
Stroom
voor computers en verlichting.
Telefoonkosten.
Vervoerskosten
(brandstof). Deze zijn minimaal want de meeste activiteiten zijn lokaal en zo
nodig per fiets verricht.
Het
formele geld (Euro’s) dat
nodig is om sommige “geïmporteerde” voorraden te
betalen kan door de Transitie Town door aankoop van producten en diensten in
lokale eenheden en hun doorverkoop in Euro’s terugverdiend worden. De
kosten in lokale munteenheden van de daarvoor gebruikte lokale producten en diensten
worden over alle leden verdeeld. De
Hof van Twello (www.hofvantwello.nl) is hier
een voorbeeld van. De helft van de door de leden geteelde gewassen worden door
de streekwinkel op het terrein tegen Euro’s verkocht. De leden krijgen
de helft van de financiële
opbrengst van de verkoop van hun groente, de andere helft wordt door de Hof
gebruikt om alle kosten in Euro’s te dekken.
13. EEN PAAR REFERENTIES.
Een paar websites
https://carrotmob.org (ideeën)
www.broodfonds.nl (voor
ondernemers)
http://transitiontowns.nl/wp-content/uploads/VoordelenGemeenschaptuinen.pdf
http://transitiontowns.nl/tt-ingredienten