NGO Another Way (Stichting Bakens Verzet), 1018 AM Amsterdam, Netherlands.

 

SELF-FINANCING, ECOLOGICAL, SUSTAINABLE, LOCAL INTEGRATED DEVELOPMENT PROJECTS FOR THE WORLD’S POOR

 

Homepage

Projects, examples

WRITE AN INTEGRATED DEVELOPMENT PROJECT

FREE E-COURSE FOR DIPLOMA IN INTEGRATED DEVELOPMENT

Articles and resources 

  About Us  

Downloads 

More on development issues

Some useful technologies

   Contact us

 

"Money is not the key that opens the gates of the market but the bolt that bars them"

 

Gesell, Silvio The Natural Economic Order

Revised English edition, Peter Owen, London 1958, page 228

 


 

Edition 02: 10 juli, 2007

 


 

Zelffinancierende geïntegreerde ontwikkelingsconcepten voor 's werelds armsten.

 

[Dit is het laatste van vier artikelen waarin de reële kosten van geïntegreerde ontwikkeling worden geanalyseerd en de conclusie getrokken dat het geld dat al binnen het huidige stelsel van ontwikkelingssamenwerking beschikbaar is voldoet om de armoede uit de wereld snel te doen verdwijnen.]  

 

[In het eerste artikel, de inleiding, wordt het commerciële karakter tot nu toe van westerse ontwikkelingssamenwerking onderstreept en de vraag gesteld of er verandering in het begin van de 21ste eeuw verwacht kan worden.]

 

[In het tweede artikel, wordt een analyse van de  subjectieve en objectieve aspecten van de basisbehoeftes voor een goede kwaliteit van leven gemaakt en een voorbeeld van typisch te verwachten resultaten aangegeven.]

 

 [In het derde artikel worden de binnen het kader van zelffinancierende duurzaam geïntegreerde ontwikkelingsproject te creëren structuren stapsgewijs beschreven.]

 


 

De kosten van geïntegreerde ontwikkelingsprojecten.

 

De kosten van geïntegreerde ontwikkelingsprojecten onder het Model kunnen met gemakkelijk er vrij nauwkeurig vastgesteld worden. Aangezien een meerderheid van alle projectactiviteiten door de inwoners zelf onder door de projecten opgestarte lokaalgeld systemen worden uitgevoerd, kunnen de formeelgeld kosten tot een minimum beperkt worden. Formeel geld (Euro’s of dollars) wordt alleen vrijgemaakt voor projectgoederen en diensten die voor het project nodig zijn en die in het projectgebied niet onder de lokaal geldsystemen vervaardigd of verleend kunnen worden.

 

Een typisch projectbudget voor een gebied met 50.000 inwoners bevat €5.000.000, of €100 per inwoner, waarvan 25% door de inwoners zelf wordt betaald. Dit gebeurt door de nominale conversie in Euro voor producten en werk door de inwoners zelf geleverd en betaald onder het tijdens het project opgerichte lokaalgeld systeem. In het algemeen gaat men uit van een contributie van 425.000 werkdagen van 8 uur voor elk project. Omgerekend op basis van Euro 3 per werkdag komt dit op €1.275.000 neer, oftewel circa 25% van het projectbudget. Dit betekent dat het door derden te lenen of te betalen bedrag uitkomt op circa 75% van de kosten oftewel circa €3.750.000 of €75 per inwoner. Precies hoe dat geld tussen de projectstructuren wordt verdeeld is in het Model op website www.flowman.nl in alle detail beschreven. Circa 40-45% ervan wordt voor drinkwatervoorzieningen uitgetrokken, ter dekking van booractiviteiten (waar nodig), pompen, zonnepanelen en dergelijke. Circa 15-20 % wordt in de vorm van rentevrije leningen aan lokale inwoners uitgegeven om ze in staat te stellen producten die voor het project nodig zijn te vervaardigen. Aangezien er geen kosten voor de voorbereiding van het project zelf worden gemaakt, blijven betalingen aan externe consulenten tot 10% (€ 350.000 circa) van het projectbudget beperkt.

 

Beknopte financiële analyse van een project onder het Model:

 

Kosten

Fase

Schatting (€)

Voorbereiding project

1

              0

Sociale en financiële structuren

2

1.593.480

Productie- en dienststructuren

3

2.384.310

Vervolg

4

   707.510   

Afsluiten

5

       8.750  

Onvoorzien

1/5

   228.800

Administratie projectstructuren

1/5

     77.150 

 

 

 

Totaal

1/5

5.000.000

 

 


 

Beknopte financiële analyse van de jaarlijkse uitgaven in formeelgeld:

 

Formeelgeld uitgaven (per jaar)

(activiteiten onder lokaal geld systemen uitgezonderd)

Schatting (€)

Coördinator administratie

15.000

Onderhoud (brandstof etc)

  5.000

Tankcommissies (200@€5 p.m.)

12.000

Onderdelen

15.000

Reserve verloren goederen

15.000

Onvoorzien

  7.500

 

 

Totaal doorgaande formeelgeld uitgaven

69.500

 

 


 

Beknopte financiële analyse van jaarlijkse inkomsten in formeelgeld: Inwoners betalen een maandelijkse bijdrage van circa €0,60-€0,75 per persoon in hun eigen coöperatieve lokale ontwikkelingsfonds.

 

Inkomsten

Schatting (€)

Jaarlijkse contributie voor gebruik structuren (10.000 gezinnen @ (€) 3 p.m.)

360.000

In mindering – jaarlijkse uitgaven in formeel geld (zie boven)

  69.500

Netto inkomsten opbouw fonds om lening terug te betalen of voor opbouw kapitaal fonds.

290.500

 

 


 

1.De aangegeven netto inkomsten van €290.500 zijn voldoende om een rentevrije formeelgeld lening van tot €3.750.000 over een periode van 10 jaar terug te betalen, als rekening met de onder punt 2 reserves en terugbetalingen wordt gehouden. Waar betalingen uit reserves hoger blijken dan voorzien, kan de projectadministratie de maandelijkse contributies van de gezinnen na vier of vijf jaar verhogen in lijn met de verbetering van hun kwaliteit van leven.

 

2. De voor projectstructuren aan personen en coöperatieven uitgegeven leningen worden over een periode van drie tot vijf jaar in het Coöperatieve Lokale Ontwikkelingsfonds terugbetaald. Rekening is onder punt 1 hiermee gehouden. Typische terug te betalen leningen zijn voor productie-eenheden, voor artikelen uit gipscomposieten, brikettenproductie voor kooktoestellen, coöperatieven voor openbaar vervoer (bussen) en vervoermiddelen voor installatiecoöperatieven.

In geval van terugbetaling na tien jaar van de rentevrije lening, zal het bedrag ter beschikking voor rentevrije micro kredieten teruggaan tot nul. Aangezien de gezinnen doorgaan met de betaling van hun maandelijkse contributies, bouwt het kapitaal in hun Coöperatieve Lokale Ontwikkelingsfonds zich opnieuw op net zoals tijdens de eerste periode van tien jaar is gebeurd, om reserves te creëren voor de aankoop van kapitaalgoederen na 20 jaar. In geval het startkapitaal voor het project wordt geschonken, kan het grote kapitaalbedrag dat over de eerste periode van tien jaar wordt opgebouwd gebruikt worden om steeds meer rentevrije micro kredieten ter beschikking van de inwoners te stellen, en/of voor de uitbreiding van de projectstructuren.

 

3. Betalingen voor water- en sanitaire voorzieningen in scholen en klinieken en voor eventuele fotovoltaïsche verlichting en koelsysteemvoorzieningen in klinieken worden door de maandelijkse contributies van de inwoners gedekt.

 

4. Vermindering van de huidige formeelgeld uitgaven van gezinnen voor de aankoop van brandstof voor het koken van voedsel en/of voor drinkwater, batterijen en dergelijke wordt voldoende geacht om de maandelijkse contributies van de families indirect te dekken. Dat wil zeggen dat met alle projectstructuren in werking, de totale formeelgeld besparingen van gezinnen op hun huidige uitgaven groter zullen zijn dan hun maandelijkse contributies in hun Coöperatieve Lokale Ontwikkelingsfonds.

 

5. Projecten kunnen, tenminste in theorie, in aanmerking komen door de verkoop van rechten onder Carbon Emissie Certificaten onder het verdrag van Kyoto. In het kader van geïntegreerde zelffinancierende ontwikkelingsprojecten, er is een markt van tenminste 10.000 gezinnen en 20.000-30.000 kooktoestellen voor elk project. Elk gezin kan ongeveer 6.5 kg/dag hout besparen, wat 65 ton hout per dag of 23725 ton hout per jaar betekent voor een project met 10.000 gezinnen. Omgezet in ton CO2, is dit een besparing van 18705 ton CO2 op jaarbasis. Met het huidige kredietniveau van circa Euro 24 per ton CO2, komt dit op een krediet van bijna €450.000 per project per jaar om toe te voegen aan begenoemde bespaarde kosten en tijd. Over tien jaar zou dit alleen al meer blijken dan nodig is om voor het hele project te betalen.

 

Het totaal van in elk project gerecyclede microkredieten over de eerste periode van tien jaar bedraagt minimaal €16.000.000. Dit is een erg conservatieve schatting die gebaseerd is op een gemiddelde terugbetaling periode van twee jaar. Dit betekent dat ieder gezin gemiddeld tenminste €1.500 krijgt in rentevrije microkrediet leningen gedurende elke projectperiode van tien jaar ter beschikking krijgt.

 

Op regionaal (en later ook op nationaal) niveau kunnen meerdere lokaal economisch systemen, elk met eenzelfde gemiddelde nominale waarde voor een uur werk, op coöperatieve wijze een samenwerkingsnet oprichten om lokaal vervaardigde goederen en diensten zonder formeelgeld met elkaar uit te kunnen wisselen. Het saldo (van geïmporteerde- en geëxporteerde goederen en diensten) van zulke transacties tussen elk lokaalsysteem en elk van de andere systemen moet op nul komen om elk risico van financiële lekkage van het ene systeem naar het andere te vermijden. Dit betekent in hoofdlijnen dat in principe, terwijl binnen een lokaal economisch systeem open concurrentie tussen producenten toegestaan en welkom is,  concurrentie tussen verschillende lokaal geldsystemen dat niet is. In principe moeten de lokaal geldsystemen zo autonoom mogelijke blijven opereren, elk met productie en diensten voor zover mogelijk voor zijn eigen inwoners. Transacties tussen systemen vinden plaats om verdere specialisatie en de aanwezigheid van een breder assortiment van goederen en diensten te stimuleren. Wat niet in één systeem aanwezig is, kan in principe van een ander systeem geïmporteerd worden onder voorbehoud van gelijkwaardige reciprociteit. Gekozen leidinggevenden van de verschillende lokaalgeld systemen ontmoeten elkaar regelmatig om overeenstemming over de te nemen maatregelen te bereiken. In sommige gevallen kunnen bijvoorbeeld markten voor goederen en diensten vanuit een debiteurensysteem in een crediteurensysteem georganiseerd worden.

Dezelfde concepten zijn in principe van toepassing voor formeelgeld transacties tussen elk projectgebied en de nationale formeelgeld economie. Producten en diensten waarvoor formeelgeld betaald moet worden en die van andere delen van het land waar het project plaatsvindt geïmporteerd moeten worden, dienen door producten en diensten geëxporteerd uit het projectgebied afgezet te worden, met een eindsaldo voor het projectgebied dat naar nul neigt. In principe, gelden dezelfde regels ook voor vanuit het buitenland geïmporteerde goederen en diensten.

Investeringen met (rentevrij) geleend formeelgeld of donaties van rond de €75 per persoon zouden een kostenplaat betekenen van €337.500.000 voor de 4.500.000 inwoners van een land als Togo voor een volledig basispakket om een goede kwaliteit van leven voor iedereen in te voeren. Om de armste twee biljoen mensen in de wereld een goede kwaliteit van leven te geven, kunnen de kosten dus op €150 biljoen geschat worden.

Dit is grosso modo vier keer de verhoging (US$48 miljard) van de in 2002 goedgekeurde defensiebegroting van de Verenigde Staten. [1] Het zijn de kosten van zes maanden oorlogsvoering in Irak.[2] Het is de aankoopprijs van 850 Joint Strike fighters. [3] Het zijn drie maanden handelsdeficit van de Verenigde Staten (maandelijks US$60 miljard) [4]. Het is de helft van de jaarlijkse aan westerse boeren verstrekte agrarische subsidies in 2001 (US$ 350 miljard).[5] Het is twee keer de huidige jaarlijkse uitgaven van OECD donorlanden voor ontwikkelingssamenwerking in 2006, inclusief schuldenverlichting  (US$ 103,9 miljard).[6]  Het is 6% van het door de donorlanden uitgegeven geld (US$2.300 miljard) voor ontwikkelingssamenwerking over de laatste 50 jaar. [7]

Aangezien het startgeld voor zulke projecten niet eens gegeven hoeft te worden, kan men vrij eenvoudig begrijpen dat het oplossen van het armoedevraagstuk nooit echt een financieel probleem is geweest, en dat het tegenwoordig zo ook niet is. Het gaat dus om het afwijzen van de in de inleiding van deze reeks artikelen beschreven commerciële aanpak, en de belangenverstrengelingen van de donorlanden te vermijden.


1.        U.S. Military Transformation, Center for Defense Information, Washington, 31 January 2002.

2.        Leonhardt D, What US$ 1.2 Trillion Can Buy, New York Times, 17 January 2007.  Een op 9 juli 2007 verschenen Associated Press rapport uit Washington D.C.citeert een door het Congressional Research Service gemaakte berekening van  $610 miljard voor de door het U.S. Congress geautoriseerde financiering van de oorlog in Irak.    

3.        Rekenkamer-JSF Kostbaar Investering, Sdu overheidsinformatie, 11 oktober 2006 (kosten Euro 14.600.000.000 voor 85 toestellen).

4.        Foreign Trade Statistics, FT900 : U.S.International Trade in Goods and Services, U.S.Census Bureau, Release 8 juni 2007.

5.        Watkins K. Eight broken promises, Oxfam briefing paper 9, Oxfam International, Washington, 2001 (US$ 350 billion in 2001).

6.        OECD Organisation for Economic Cooperation and Development, press release “Development Aid from OECD countries fell 5.1% in 2006”, Paris, 3 april 2007

7.        Eaterly, William, The White Man’s Burden – Why the West’s Efforts to Aid tge Rest have Done so much Ill and so Little Good, Penguin Press, London, 2006.


TERUG NAAR:

Presentatiepagina artikelen over geïntegreerde ontwikkelingsconcepten in het Nederlands.

Inhoud:

I. Inleiding : Wat is het probleem?
2. Het armoedevraagstuk: Wat moeten wij doen?
3. Hoe lossen wij het armoedevraagstuk op?


Artikelen in het Nederlands en in het Engels over sommige aspecten van het Model.

Complete index of the Model.

Homepage Bakens Verzet 


Creative Commons License

 

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Non-commercial Share-Alike 3.0 Licence.